De herkomstbenaming ‘Nougat de Montélimar’ is alleen toegekend aan producten die minstens 30% geroosterde gepelde amandel of 28% amandel en 2% pistachenoot bevatten, en 25% honing in drooggewicht aan zoetstoffen.
De aanvraag voor een IGP (beschermde geografische identificatie) is onderweg.

De geschiedenis van de noga van Montélimar

Noga en Montélimar, twee woorden die sinds de 17e eeuw onlosmakelijk verbonden zijn. In die tijd begon namelijk de amandelproductie. De beroemde agronoom Olivier de Serres had een aantal jaren eerder de amandelteelt ingevoerd in de streek.

Historici pretenderen dat de eerste vermeldingen van de Noga van Montélimar uit 1097 stammen en dat er in de loop van de eeuwen flink wat over de noga geschreven is. Montélimar zou tegen de 17e eeuw als nogastad worden bestempeld.

Het woord ‘noga’ zou – etymologisch gezien – afgeleid zijn van het Latijnse nux gatum: een soort koek van honing en walnoten. De Romeinen, makers van deze koek, zouden deze geïntroduceerd hebben in Gallië toen ze via de Rhône het land betraden om zich te vestigen in Montélimar. Nux gatum werd ‘nougo’ in het Provençaals.

In werkelijkheid komen de eerste recepten van witte noga uit een 10e-eeuws Arabisch boek uit Bagdad. Daar werd de noga ‘nãtif’ genoemd. Een van de recepten geeft aan dat de nãtif afkomstig is uit Harran, een stad tussen Urfa in het zuiden van het huidige Turkije en Aleppo in het huidige Syrië. De Feniciërs, die handeldreven op de Middellandse Zee, namen het recept mee naar Turkije en meer noordwaarts tot aan de Griekse, Italiaanse en Spaanse kust. In de middeleeuwen leerde men in het zuiden van Frankrijk en in de hele Provence al gauw de witte noga maken.

De noga van Montélimar, een Provençaalse lekkernij, is een van de dertien traditionele nagerechten op de Provençaalse kersttafel.

Het recept

Suiker, amandelen, honing, eiwitten, vanille, pistachenoten zijn de hoofdingrediënten van de noga van Montélimar.

  • Honing en suiker worden samengesmolten en verhit in een mengmachine. Hieraan worden de stijfgeklopte eiwitten toegevoegd. Dit mengsel wordt gestabiliseerd door toevoeging van op zeer hoge temperatuur verhitte suiker, wat aan het eind van het kookproces een aspect van gerezen brood geeft, een duidelijk kenmerk van de noga van Montélimar.
  • Aan het eind van de kooktijd komen de vanille, de amandelen en de pistachenoten erbij.
  • Een laatste kneedronde verspreidt de ingrediënten gelijkmatig door het mengsel.
  • Daarna wordt de nogapasta in een met een dun laagje snoeppapier beklede vorm gegoten.
  • Na volledige afkoeling wordt de noga uit de vorm gehaald en gesneden in brokken, repen, domino’s, noem maar op…
  • De verpakking is berekend op een zo lang mogelijke conservering.

Statistieken

  • Jaarlijkse nogaproductie: ongeveer 3.000 ton
  • Jaarlijkse industriële nogaproductie: 2.200 ton, ofwel ongeveer 73% (2016) van de totale productie
  • De noga-industrie telt zo’n 300 werknemers
  • De belangrijkste exportlanden in Europa zijn Engeland, België, Zwitserland en Duitsland, er wordt verder veel noga uitgevoerd naar de Verenigde Staten en Canada

Beroepsunie van de Franse Fabrikanten van Noga en Aanverwante Producten:

Covoorzitters François Roelens en Frédéric Chambonnière
Maison des Services Publics
1 Avenue Saint-Martin
F-26200 Montélimar
Tel: +33 (0)7.78.41.41.67 – Fax: +33 (0)4.75.92.49.33
syndicatdesnougatiers@outlook.com

Volgende

Nogamakers